Nee, nog meer grijze haren kan bestuursvoorzitter Jan Egberts er niet van
krijgen, maar tot vervelends toe moet hij beleggers erop wijzen dat zijn
firma OctoPlus niet tot de riskante wereld van de biotechnologie behoort.

Kort door de bocht gezegd, ontwikkelen biotechbedrijven medicijnen via
manipulatie van grote, complexe chemische verbindingen, terwijl farmaceuten
dit via bewezen, eenvoudig reproduceerbare chemische processen doen.

Biotechnologie ritje kerkhof
Egberts is begrijpelijkerwijs niet blij met het predicaat “biotech”. De mode
in beleggingsland kan namelijk grillig zijn. Net als extra korte rokjes, is
biotech nu eens hot, dan weer out.

Uiteindelijk ga je meestal nat en sta je als belegger in je blote kont, nadat
je voor de zoveelste keer de vingers hebt gebrand aan een aandeel dat is
geëindigd op het biotechkerkhof.

Farmaceuten kampen met cellulitis
Farmaceutische bedrijven waren daarentegen tot in de jaren 1990 structureel
zeer gewilde beleggingen. Inmiddels zijn ze ongetwijfeld het equivalent van
de bloemetjesjurk. Goedkoop, maar weinig opwindend. Een wijde, maximaal
verhullende jurk is zinvol, want hun verdienmodel is stevig aangetast door
cellulitis.

Door falende productvernieuwing staan mastodonten als Pfizer en Merck al jaren
droog. In de tussentijd houden ze krampachtig vast aan patenten op oude
producten, die marketingtechnisch zo lang en duur mogelijk worden
uitgemolken. Veel meer medicijnen op basis van ouderwetse chemie zijn niet
te verwachten.

Uit het spectrum van duizenden biotechbedrijven, richten de farmaceuten hun
financiële pijlen op het handjevol dat mogelijk dichtbij een succes staat.
Ze hopen daarbij het bedrijf over te nemen, bij voorkeur vlak voor de
jackpot rinkelt voor de biotechbelegger. Deze wordt dan met enkele
tientallen procenten premie afgewimpeld.

Vaak hebben de farmareuzen eerder al licentiedeals bedongen bij de
biotechbedrijven, in ruil voor wat wisselgeld waarmee de dreumes nog enkele
maanden vooruit kan kruipen. Het liefst wachten ze tot een biotechfirma
financieel met de rug tegen de muur staat, waarna ze de interessante brokken
voor een prikkie oppeuzelen.

Dankzij hun diepe zakken, hopen de farmaceuten de kandidaat-medicijnen
vervolgens soepel door hun marketingmachine te kunnen laten lopen.

Nichespeler
OctoPlus is farmaceut noch biotech, maar een nichespeler, opererend aan de
rand van de farmaceutische industrie.

Het bedrijf is gespecialiseerd in de verfijning van toedieningsmechanismen van
medicijnen. Hiermee kan een patiënt een bestaand medicijn efficiënter
opnemen, of is toediening ervan minder vaak nodig. Dit laatste beperkt niet
alleen de kosten of negatieve bijwerkingen van het medicijn, maar ook andere
ellende. Een patiënt met een chronische oogziekte zal zich zelden verheugen
op zijn periodieke ooginjectie en is dus gebaat bij een lage frequentie.

Hoe uitzonderlijk dit ook klinkt, OctoPlus lijkt in bijna alles op een
standaard biotechnologiebedrijf. Ga maar na. Het heeft nog nooit winst
gemaakt, de beloftes zijn hemelshoog, vertragingen zijn aan de orde van de
dag, het aandeel is voer voor pennystock-speculanten en het bedrijf
ging enkele jaren geleden al bijna kopje onder. Nog steeds strompelt het van
kwartaal tot kwartaal, voornamelijk hangend aan de dure geldkraan van
welwillende aandeelhouders.

Locteron in alle eeuwigheid
Tot enkele jaren geleden had OctoPlus nog de ambitie zelf medicijnen te
ontwikkelen. Met Locteron lag een kansrijk kandidaat-medicijn in de
miljardenmarkt tegen Hepatitis C in het laboratorium. Natuurlijk bleek de
ontwikkeling van Locteron veel trager en duurder dan voorzien. Trager en
duurder dan OctoPlus kon trekken.

Uiteindelijk werd Locteron verkocht aan sectorgenoot Biolex. Gelukkig kan
OctoPlus blijven profiteren van toekomstige successen van Locteron, zowel in
de vorm van mijlpaalbetalingen bij het bereiken van volgende fase in de
ontwikkeling, als royalty’s zodra het medicijn omzet behaalt.

Inmiddels wachten beleggers al meer dan een jaar op een belangrijke
mijlpaalbetaling, wanneer Locteron fase III van het goedkeuringsproces
bereikt.

Helaas is ook het financiële fundament van Biolex weinig solide, dus het zoekt
naarstig naar een suikertante. Wellicht durven de farmaceuten te wachten tot
de wanhoop toeslaat bij Biolex.

Het is ook mogelijk dat er helemaal geen poker wordt gespeeld en dat het
potentieel van Locteron zwaar is overschat. Uiteindelijk heeft de
concurrentie niet stilgezeten. OctoPlus probeert beleggers gerust te stellen
met de mededeling dat Biolex heeft aangekondigd in 2012 fase III te beginnen
met Locteron.

Tijd gekocht
Ondanks de strategische wijziging enkele jaren geleden, waarbij de
onfinancierbare medicijnontwikkeling de deur uitging, terwijl de
kostenstructuur en het werken op basis van uurtje factuurtje werden
aangepakt, verbrandt de onderneming nog steeds cash.

Noodgedwongen gaf OctoPlus eind oktober afgelopen jaar 8 miljoen aandelen uit.
Een verwatering van zo’n 20 procent, waarmee bruto 4 miljoen euro werd
binnengeharkt. Hiermee wint de onderneming weer een aantal maanden, totdat
de lang verwachte mijlpaalbetaling binnenkomt. Beleggers moeten hopen dat de
hoogte ervan in de tussentijd niet is heronderhandeld.

De aandelenkoers van OctoPlus bungelt ondertussen iets boven 50 eurocent,
waarmee de marktkapitalisatie nauwelijks 25 miljoen euro is. Een peulenschil
vergeleken bij de enorme Hepatitis C markt, maar weggegooid geld indien
Locteron doodgeboren blijkt.

Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging
van Effectenbezitters
(VEB), maar schrijft dit artikel op
persoonlijke titel. De auteur heeft geen positie in OctoPlus.

Lees ook:

Errol Keyner: pensioenleeftijd naar 75

Meer analyses van Errol Keyner

Volg de markten op Z24 Beurs

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl